ECLI:NL:HR:2018:988
Hoge Raad
- Cassatie
- J. de Hullu
- A.J.A. van Dorst
- E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Doodslag en beroep op noodweer in vecht- en schietpartij bij winkelcentrum
In deze zaak gaat het om een vecht- en schietpartij die plaatsvond op klaarlichte dag bij een winkelcentrum in Breda, waarbij leden van een motorclub betrokken waren. De verdachte, geboren in 1980, heeft in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 mei 2017. De zaak betreft doodslag, zoals omschreven in artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft klachten ingediend over de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen en heeft een beroep gedaan op (putatief) noodweer(exces). De Hoge Raad heeft op 26 juni 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie is verworpen. De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.