Uitspraak
gevestigd te [vestigingsplaats],
gevestigd te De Lier, gemeente Westland,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
22 juni 2018.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 juni 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiseres] tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag van 31 januari 2017. De zaak betreft een geschil over een samenwerkingsovereenkomst en een non-disclosure-overeenkomst tussen [eiseres] en Holland Scherming B.V. (HS). De Hoge Raad oordeelde dat het hof de zaak in strijd met de rechtspraak van de Hoge Raad had behandeld door deze enkelvoudig ter comparitie te behandelen, terwijl het een meervoudig te beslissen zaak betrof. De Hoge Raad vernietigde het eindarrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. Tevens werd HS veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [eiseres] waren begroot op € 6.665,60 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele behandeling van zaken in hoger beroep, vooral wanneer meerdere rechters betrokken zijn bij de uiteindelijke beslissing.