ECLI:NL:HR:2018:871

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juni 2018
Publicatiedatum
7 juni 2018
Zaaknummer
17/05956
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting gemeente Ouder-Amstel

In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 30 november 2017, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Amsterdam werd behandeld. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting die door de gemeente Ouder-Amstel aan belanghebbende was opgelegd. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, maar deze konden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien ze niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, en dit arrest is openbaar uitgesproken op 8 juni 2018.

Uitspraak

8 juni 2018
nr. 17/05956
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Amsterdamvan 30 november 2017, nr. 17/00264, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 16/931) betreffende de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente Ouder-Amstel.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ouder-Amstel (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2018.