ECLI:NL:HR:2018:855

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juni 2018
Publicatiedatum
7 juni 2018
Zaaknummer
17/01539
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over rechten uit koopovereenkomst en vergoeding van kosten en gederfde winst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juni 2018 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een eerder arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. W.H. van Hemel, heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarin zij niet in het gelijk werd gesteld. De zaak betreft een geschil over rechten uit een koopovereenkomst, waarbij de vraag centraal staat of naast de koopsom ook een vergoeding voor kosten en gederfde winst kan worden gevorderd. De advocaat-generaal M.H. Wissink heeft in zijn conclusie tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de eiseres niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiseres in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op een totaal van € 8.775,34, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen worden voldaan.

Uitspraak

8 juni 2018
Eerste Kamer
17/01539
LZ/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. W.H. van Hemel,
t e g e n
RESTYLE GROEP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Almelo,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en RGN.

1.Het geding

Voor het verloop van het geding tot dusver verwijst de Hoge Raad naar:
a. zijn arrest in de zaak 13/04164, ECLI:NL:2014:2630, van 5 september 2014;
b. het arrest in de zaak 200.185.325/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 27 december 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het tweede geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
RGN heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor RGN toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping.
De advocaat van [eiseres] heeft op20 april 2018 schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van RGN begroot op € 6.575,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] deze niet binnen veertien dagen heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
8 juni 2018.