ECLI:NL:HR:2018:669

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 mei 2018
Publicatiedatum
1 mei 2018
Zaaknummer
17/01930
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadestaatprocedure en causaal verband bij niet-nakoming van vaststellingsovereenkomst

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieberoep van RIV c.s. tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een schadestaatprocedure waarin de eisers, gezamenlijk aangeduid als RIV c.s., schadevergoeding vorderen van de verweersters, gezamenlijk aangeduid als Fandango c.s., wegens niet-nakoming van een vaststellingsovereenkomst. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.

De Hoge Raad heeft de klachten van RIV c.s. beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand laat.

In de beslissing verwerpt de Hoge Raad het beroep van RIV c.s. en veroordeelt hen in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Fandango c.s. zijn begroot op nihil. Deze uitspraak is gedaan op 4 mei 2018 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek.

Uitspraak

4 mei 2018
Eerste Kamer
17/01930
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. ROYAL INVEST VASTGOED B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. C.S.G. Janssens,
t e g e n
1. TILAM VASTGOED B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. ORTELIUS VASTGOED B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. FANDANGO HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
Eisers zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als RIV c.s. Verweersters zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als Fandango c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/13/583534/HA ZA 15/285 van de rechtbank Amsterdam van 1 juli 2015 en 17 februari 2016;
b. het arrest in de zaak 200.192.424/01 van het gerechtshof Amsterdam van 17 januari 2017.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben RIV c.s. beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Fandango c.s. is verstek verleend.
De zaak is voor RIV c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping.
De advocaat van RIV c.s. heeft op 22 maart 2018 schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt RIV c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Fandango c.s. begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. du Perron en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op
4 mei 2018.