ECLI:NL:HR:2018:61

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 januari 2018
Publicatiedatum
23 januari 2018
Zaaknummer
16/04841
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot medeplegen van moord met falende bewijsklacht voorbedachte raad

In deze zaak gaat het om een poging tot medeplegen van moord, waarbij de verdachte en medeverdachten op het slachtoffer hebben geschoten en hem, evenals de auto waarin hij zich bevond, met benzine hebben overgoten en in brand hebben gestoken. Dit arrest is een vervolg op een eerdere uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2015:3426). De verdachte heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 21 september 2016, nummer 23/005001-15. De advocaat van de verdachte, M.E. van der Werf, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De Procureur-Generaal, J. Silvis, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 23 januari 2018 het beroep verworpen, en dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

23 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/04841
AGE/IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 21 september 2016, nummer 23/005001-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.E. van der Werf, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Procureur-Generaal J. Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 januari 2018.