ECLI:NL:HR:2018:427

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 maart 2018
Publicatiedatum
23 maart 2018
Zaaknummer
16/06176
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over faillissementsrecht en onrechtmatige daad met betrekking tot selectieve betalingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2018 uitspraak gedaan in drie cassatiezaken, genummerd 16/06153, 16/06174 en 16/06176, die betrekking hebben op faillissementsrecht en onrechtmatige daad. De eiser in cassatie, mr. Antoon Eduard Veerman, fungeert als curator in het faillissement van Adler Oxford B.V. en heeft tegen de arresten van het gerechtshof Den Haag beroep in cassatie ingesteld. De verweerders in deze zaken zijn respectievelijk [A] B.V., [B] B.V. en [C] B.V., die gezamenlijk als [A] c.s. worden aangeduid. De Hoge Raad heeft de zaken gevoegd behandeld, waarbij de advocaat-generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de curator veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die gezamenlijk zijn begroot op € 6.590,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president C.A. Streefkerk als voorzitter, samen met de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron en M.J. Kroeze. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer T.H. Tanja-van den Broek.

Uitspraak

23 maart 2018
Eerste Kamer
16/06153, 16/06174, 16/06176
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak 16/06153 van:
mr. Antoon Eduard VEERMAN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Adler Oxford B.V.,
wonende te Den Haag,
EISER tot cassatie,
advocaten: mr. A.M. van Aerde en mr. R.R. Verkerk,
t e g e n
[B] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. A.H.M. van den Steenhoven,
in de zaak 16/06174 van:
mr. Antoon Eduard VEERMAN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Adler Oxford B.V.,
wonende te Den Haag,
EISER tot cassatie,
advocaten: mr. A.M. van Aerde en mr. R.R. Verkerk,
t e g e n
[C] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. A.H.M. van den Steenhoven,
in de zaak 16/06176 van:
mr. Antoon Eduard VEERMAN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Adler Oxford B.V.,
wonende te Den Haag,
EISER tot cassatie,
advocaten: mr. A.M. van Aerde en mr. R.R. Verkerk,
t e g e n
[A] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. A.H.M. van den Steenhoven.
Eiser zal hierna ook worden aangeduid als de curator, en verweerders gezamenlijk als [A] c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaken C/09/460861/HA ZA 14-271, C/09/460863/HA ZA 14-272 en C/09/460867/HA ZA 14-273 van de rechtbank Den Haag van 2 juli 2014 en 1 juli 2015;
b. het arrest in de zaken 200.176.204/01, 200.176.206/01 en 200.176.208/01 van het gerechtshof Den Haag van 30 augustus 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft de curatorin iedere zaak afzonderlijk beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaardingen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
[A] c.s. hebben ieder afzonderlijk geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de curator mede door mr. J.P. Uittenbroek. De Hoge Raad heeft de zaken gevoegd behandeld.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping.
De advocaat van de curator heeft bij brief van 26 januari 2018 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel in de zaak 16/06176, het middel in de zaak 16/06174 en het middel in de zaak 16/06153
In elk van de drie zaken kunnen de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
in de drie zaken:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de curator in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [A] c.s. gezamenlijk begroot op € 6.590,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op 23 maart 2018.