ECLI:NL:HR:2018:332

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 maart 2018
Publicatiedatum
13 maart 2018
Zaaknummer
16/01927
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing getuigenverzoek in strafzaak met betrekking tot uitvoer van cocaïne en hasj naar Groot-Brittannië

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 18 maart 2016 is gewezen. De verdachte, geboren in 1976, heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarbij een verzoek tot het horen van getuigen is afgewezen. Dit verzoek werd gedaan na de ontvangst van het vonnis, dat pas beschikbaar kwam na het verstrijken van de termijn voor het indienen van een appelschriftuur. De Hoge Raad heeft in deze zaak de toepasselijke maatstaf vastgesteld, waarbij artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) van belang is. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, en de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep op 13 maart 2018 verworpen, en het arrest is gewezen door vice-president J. de Hullu, samen met de raadsheren M.J. Borgers en M.T. Boerlage, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

13 maart 2018
Strafkamer
nr. S 16/01927
SSA/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 18 maart 2016, nummer 21/001874-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D.N. de Jonge, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 maart 2018.