Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
Het cassatierekest en het verweerschrift tevens houdende incident en voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
3.Uitgangspunten in cassatie
Deze overeenstemming is vastgelegd bij beschikking van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo van 15 september 2015 (hierna: de beschikking van 15 september 2015).
Dit wijzigingsverzoek berust erop dat toen partijen tot overeenstemming kwamen over de bijdrage, zij in lijn met de toen geldende jurisprudentie ervan uitgingen dat het kindgebonden budget, met inbegrip van de alleenstaandeouderkop, in mindering strekte op de behoefte van de minderjarige. In zijn prejudiciële beslissing van 9 oktober 2015 heeft de Hoge Raad echter beslist dat het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaandeouderkop niet in aanmerking moeten worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt. De vrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de prejudiciële beslissing kan worden aangemerkt als een wijziging van omstandigheden in de zin van art. 1:401 lid 1 BW, dan wel dat art. 1:401 lid 5 BW van toepassing is, op de grond dat partijen de overeenkomst, die is vastgelegd in de beschikking van 15 september 2015, zijn aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven.
(bijna € 700,--) en die welke partijen zijn overeengekomen (€ 393,--) (rov. 5.9).
4.Beoordeling van het middel in het principale beroep
6.Beslissing
21 december 2018.