Uitspraak
1.Geding in cassatie
3.Beslissing
6 november 2018.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een veroordeelde in een moordzaak, die in Curaçao heeft plaatsgevonden. De veroordeelde heeft een verzoek tot herziening ingediend tegen een eerdere veroordeling tot 24 jaar gevangenisstraf voor moord, uitgesproken door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Het Hof heeft dit herzieningsverzoek afgewezen, waarop de veroordeelde in cassatie is gegaan. De Hoge Raad heeft in een eerder arrest, ECLI:NL:HR:2014:692, de veroordeelde al niet-ontvankelijk verklaard in een cassatieberoep tegen een eerdere afwijzing van een herzieningsaanvraag. De Hoge Raad oordeelt dat de gronden van dat arrest ook nu van toepassing zijn, waardoor de veroordeelde wederom niet-ontvankelijk kan worden verklaard in zijn cassatieberoep. De Hoge Raad bevestigt de niet-ontvankelijkverklaring van de veroordeelde in zijn beroep, en dit arrest is uitgesproken op 6 november 2018.