Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
zetelende te Arnhem,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
De voorafgaande machtiging (een voorlopige machtiging) is afgegeven op 23 oktober 2017 voor de duur van drie maanden. De termijn van deze machtiging verstreek dus op 23 januari 2018. Doordat voor het einde van die termijn een machtiging tot voortgezet verblijf is verzocht had de lopende machtiging een zekere nawerking. Dit volgt uit artikel 48 van de Wet Bopz. Daarin is (…) bepaald dat de geneesheer-directeur aan iemand die niet vrijwillig in het psychiatrisch ziekenhuis verblijft, ontslag verleent wanneer de geldigheidsduur van de lopende machtiging is verstreken en, wanneer een aansluitende machtiging is verzocht, de termijn voor het geven van de beschikking is verstreken. Die termijn kan alleen nog worden verlengd als op verzoek van de betrokkene een deskundige wordt geraadpleegd. De beslistermijn wordt dus niet verlengd door de toepassing van artikel 8a.
4.Beslissing
5 oktober 2018.