ECLI:NL:HR:2018:1362

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 augustus 2018
Publicatiedatum
16 augustus 2018
Zaaknummer
18/00775
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake besluiten gemeente Hellevoetsluis

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gewezen op 9 januari 2018. De Centrale Raad had in deze uitspraak de hoger beroepen van belanghebbenden tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank Rotterdam behandeld. De Rechtbank had zich uitgesproken over besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis, die betrekking hadden op de Wet werk en bijstand. De belanghebbenden, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Paridon, hebben twee middelen voorgesteld in hun cassatieberoep. Het College, vertegenwoordigd door mr. L. van Schie-Kooman, heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de middelen geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard, en dit arrest is openbaar uitgesproken op 17 augustus 2018.

Uitspraak

17 augustus 2018
Nr. 18/00775
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X1] en [X2]te
[Z](hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 9 januari 2018, nrs. 14/2472 WWB, 14/2474 WMO, 14/2475 WWB, 14/2547 WMO, 14/2548 WWB en 14/2550 WWB, op de hoger beroepen van belanghebbenden tegen uitspraken van de Rechtbank Rotterdam (nrs. 13/4544, 13/4546, 13/5831 en 13/5212) betreffende besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis (hierna: het College) ingevolge de Wet werk en bijstand.

1.Geding in cassatie

Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbenden hebben de zaak mondeling doen toelichten door mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam, en het College door mr. L. van Schie-Kooman, advocaat te Rotterdam.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2018.