ECLI:NL:HR:2017:998

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 juni 2017
Publicatiedatum
1 juni 2017
Zaaknummer
15/04780
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling van beëindigde distributieovereenkomst in cassatie

In deze zaak heeft RACER S.A.S. (verzoekster) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 7 juli 2015. De zaak betreft de afwikkeling van een beëindigde distributieovereenkomst tussen RACER en CROCS EUROPE B.V. (verweerster). De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en arresten van het gerechtshof Amsterdam die relevant zijn voor het geding. De Hoge Raad heeft de klachten van RACER in het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten geen nadere motivering behoeven omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van RACER verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van CROCS zijn begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 2 juni 2017 en openbaar gemaakt door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

2 juni 2017
Eerste Kamer
15/04780
LZ/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
RACER S.A.S.,
gevestigd te Salon-de-Provence, Frankrijk,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaten: mr. D. Rijpma en
mr. R.L. Bakels,
t e g e n
CROCS EUROPE B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. E.M. Tjon-En-Fa.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Racer en Crocs.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/13/515403/HA ZA 12-493 van de rechtbank Amsterdam van 12 september 2012 en 13 november 2013;
b. de arresten in de zaak 200.144.326/01 van het gerechtshof Amsterdam van 9 september 2014 en 7 juli 2015.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 7 juli 2015 heeft Racer beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Crocs heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Crocs toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Racer in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Crocs begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.V. Polak en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
2 juni 2017.