Uitspraak
gevestigd te Salon-de-Provence, Frankrijk,
mr. R.L. Bakels,
gevestigd te Rijswijk,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
2 juni 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft RACER S.A.S. (verzoekster) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 7 juli 2015. De zaak betreft de afwikkeling van een beëindigde distributieovereenkomst tussen RACER en CROCS EUROPE B.V. (verweerster). De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en arresten van het gerechtshof Amsterdam die relevant zijn voor het geding. De Hoge Raad heeft de klachten van RACER in het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat de klachten geen nadere motivering behoeven omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van RACER verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van CROCS zijn begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan op 2 juni 2017 en openbaar gemaakt door raadsheer G. de Groot.