Uitspraak
wonende te [woonplaats], Australië,
wonende te [woonplaats],
1.Het geding
2.Het tweede geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
19 mei 2017.
Hoge Raad
In deze zaak, die op 19 mei 2017 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een geschil tussen een man en een vrouw over de verdeling van huwelijksvermogen. De man, wonende in Australië, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 december 2015. De vrouw heeft verweer gevoerd tegen dit cassatieberoep. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder een arrest van 19 januari 2007, waarin de omvang van het huwelijksvermogen aan de orde was. De man stelt dat er sprake is van onrechtmatige daad door het zwijgen over de juiste omvang van het huwelijksvermogen bij de verdeling. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de man niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en compenseert de kosten van het geding in cassatie, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.