Uitspraak
wonende te Curaçao,
gevestigd te Curaçao,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
19 mei 2017.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 mei 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door een verzoeker, wonende te Curaçao, tegen de Stichting Sint Elisabeth Ziekenhuis (Sehos). De zaak betreft de aansprakelijkheid van het ziekenhuis voor onzorgvuldig handelen, zoals bedoeld in artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao. De verzoeker had eerder in de feitelijke instanties een vonnis gekregen van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao, dat op 24 november 2014 en 26 januari 2015 was gewezen, en een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 24 november 2015. Tegen het vonnis van het hof heeft de verzoeker beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoeker beoordeeld, maar deze konden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten geen nadere motivering behoefden, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Sehos zijn begroot op € 856,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.