Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris heeft schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidentele beroep naar voren gebracht.
Belanghebbende heeft in het incidentele beroep een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het door belanghebbende ingestelde principale beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 26 november 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbendes gemachtigde opgegeven adres, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 31 december 2015, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbendes gemachtigde opgegeven adres, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
3 Beoordeling van de in het principale beroep van de Staatssecretaris voorgestelde middelen