ECLI:NL:HR:2017:863

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 mei 2017
Publicatiedatum
11 mei 2017
Zaaknummer
17/01718
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 mei 2017 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van een belanghebbende tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak betreft de kinderopvangtoeslag voor het jaar 2013, waarbij de belanghebbende in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor het indienen van een beroep in cassatie tegen uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, zoals in deze zaak. Hierdoor werd het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft ook geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de kosten van de procedure niet worden verhaald op de belanghebbende. Deze uitspraak benadrukt de beperkingen van de cassatieprocedure in bestuursrechtelijke zaken en de noodzaak voor een wettelijke basis voor dergelijke beroepen.

Uitspraak

12 mei 2017
Nr. 17/01718
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van Statevan 15 februari 2017, nr. 201603441/1/A2, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (nr. 15/4035), betreffende de aan hem voor het jaar 2013 gegeven beschikking kinderopvangtoeslag.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als de onderhavige. Het beroep in cassatie dient derhalve niet‑ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 12 mei 2017.