Uitspraak
allen wonende te [woonplaats],
beide gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van de middelen
4.Beslissing
21 april 2017.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een executiegeschil waarbij de eisers, bestaande uit [eiseres 1] en 78 anderen, in cassatie zijn gegaan tegen de verwerping van hun beroep door het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de uitleg van een dictum en de reikwijdte van een gebod tot het verschaffen van toegang aan de eigenaar van een perceel, specifiek het ADM-terrein, door de gebruikers daarvan. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft op 21 april 2017 uitspraak gedaan en het cassatieberoep verworpen. De klachten die door de eisers zijn aangevoerd, konden niet leiden tot cassatie, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de eisers ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders, Chidda Vastgoed B.V. en Amstelimmo B.V., zijn begroot op nihil. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer G. de Groot, na beraadslaging door de andere raadsheren.