ECLI:NL:HR:2017:688

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 april 2017
Publicatiedatum
13 april 2017
Zaaknummer
17/01214
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 april 2017 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van een belanghebbende tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, gedateerd 8 februari 2017. De Hoge Raad heeft beoordeeld of het beroep in cassatie ontvankelijk was. Volgens artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie kan de Hoge Raad alleen kennisnemen van cassatieberoepen tegen uitspraken van de administratieve rechter als dit bij wet is bepaald. In deze specifieke situatie was er geen wettelijke bepaling die het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak openstelde. Hierdoor concludeerde de Hoge Raad dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk was.

Daarnaast heeft de Hoge Raad overwogen dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad was dus dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, en werd in het openbaar uitgesproken op 14 april 2017.

Uitspraak

14 april 2017
Nr. 17/01214
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van Statevan 8 februari 2017, nr. 201604091/1/A2.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als de onderhavige. Het beroep in cassatie dient derhalve niet‑ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2017.