Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
11 april 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 29 april 2016 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1991. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat, R.I. Takens, een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 11 april 2017 geoordeeld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), waarbij de Hoge Raad oordeelt dat het middel geen nadere motivering behoeft, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting.