In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieberoep van JKS HOLDING B.V. en STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR D.E.M. tegen eerdere beschikkingen van de ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. De beschikkingen betroffen de handhaving van een onmiddellijke voorziening, namelijk de benoeming van een bestuurder en aanvullende onmiddellijke voorzieningen met betrekking tot de overdracht van aandelen ten titel van beheer. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de ondernemingskamer van 28 april 2016 en 10 mei 2016, die aan de huidige beschikking zijn gehecht.
De Hoge Raad heeft de klachten van JKS c.s. in hun cassatieberoep beoordeeld, evenals het incidentele cassatieberoep van de verweerder. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was om beide beroepen te verwerpen. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep van JKS c.s. verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Tevens is het incidentele beroep van de verweerder verworpen, waarbij ook deze in de kosten is veroordeeld. De beschikking is openbaar uitgesproken op 3 maart 2017 door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.