Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Wassenaar,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Uitgangspunten in cassatie
- i) Tot SRL behoren vier scholen voor voortgezet onderwijs. Elke school heeft een eigen directieteam onder leiding van een rector. De bestuurder van SRL voert als eindverantwoordelijke overleg met genoemde leidinggevenden, en wordt daarbij ondersteund door een Centraal Servicebureau. Vanaf 1 februari 2008 was [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) bestuurder van SRL.
- ii) [eiser] is van augustus 2006 tot en met 29 juni 2010 (mogelijk met een onderbreking begin 2008) werkzaam geweest voor SRL, vanaf 7 april 2008 voor onbepaalde tijd in de functie van Controller/Manager Centraal Servicebureau.
- iii) Bij brief van 23 februari 2010 heeft [betrokkene 1] aan [eiser] meegedeeld dat hij werd ontheven van zijn verantwoordelijkheid als controller en manager van het bureau, omdat [eiser] het benodigde vertrouwen van [betrokkene 1] had geschaad. [eiser] werd feitelijk geschorst.
- iv) Bij brief van 8 maart 2010 heeft [betrokkene 1] [eiser] ervan op de hoogte gesteld dat door derden onderzoek zou worden verricht naar de, onder verantwoordelijkheid van [eiser] gedane, incomplete dan wel foutieve aangiften omzetbelasting en de transparantie van de door [eiser] aangeleverde begrotingscijfers, exploitatieoverzichten en control-rapporten.
- v) Bij brief van 29 juni 2010 van [betrokkene 1] heeft SRL [eiser] op staande voet ontslagen.
4.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
Dat betekent dat de wettelijke rente verschuldigd wordt met ingang van het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst als gevolg van deze opzegging eindigt (HR 14 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9995, NJ 2008/589, rov. 3.3.2). Het hof heeft derhalve blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat de rente over het bedrag van de schadevergoeding verschuldigd is vanaf 10 oktober 2012, de datum van de dagvaarding. Onderdeel 3 slaagt.
5.Beslissing
22 december 2017.