ECLI:NL:HR:2008:BE9995
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijke opzegging en wettelijke rente in arbeidsrechtelijke geschillen
In deze zaak heeft [eiser] Bonna Vianen B.V. gedagvaard wegens kennelijk onredelijk ontslag en vorderde hij een schadevergoeding van € 60.000,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De Kantonrechter heeft op 12 januari 2005 geoordeeld dat het ontslag kennelijk onredelijk was en Bonna veroordeeld tot betaling van € 10.000,-- bruto als schadevergoeding. [Eiser] ging in hoger beroep, waarbij het gerechtshof te Amsterdam op 23 november 2006 het vonnis van de Kantonrechter gedeeltelijk vernietigde en de wettelijke rente over het bedrag van € 10.000,-- bruto toekende vanaf 12 januari 2005.
Tegen dit arrest heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de wettelijke rente over de schadevergoeding verschuldigd is vanaf de datum van de inleidende dagvaarding, 13 februari 2004. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof voor zover het de wettelijke rente betreft en heeft Bonna veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over het bedrag van € 10.000,-- bruto vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van voldoening. Tevens is Bonna in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak benadrukt dat de wettelijke rente verschuldigd is vanaf het moment dat de schadevergoeding opeisbaar wordt, wat in dit geval samenvalt met de datum van de dagvaarding. Dit arrest verduidelijkt de toepassing van de wettelijke rente in arbeidsrechtelijke geschillen en bevestigt dat de rechter de bevoegdheid heeft om zelf de zaak af te doen.