ECLI:NL:HR:2017:3099

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 december 2017
Publicatiedatum
7 december 2017
Zaaknummer
17/01002
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak over geheven leges door Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

In deze zaak heeft belanghebbende, een natuurlijke persoon, beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2017, nr. 16/00496. Deze uitspraak was het resultaat van een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Overijssel (nr. AWB 15/344) betreffende de leges die aan belanghebbende waren opgelegd. De belanghebbende heeft een aantal klachten ingediend tegen de uitspraak van het Hof, waarop het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente een verweerschrift heeft ingediend. Na de indiening van een conclusie van repliek door belanghebbende en een conclusie van dupliek door het dagelijks bestuur, heeft de Hoge Raad de klachten beoordeeld.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is in het openbaar uitgesproken op 8 december 2017.

Uitspraak

8 december 2017
Nr. 17/01002
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwardenvan 10 januari 2017, nr. 16/00496, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Overijssel (nr. AWB 15/344) betreffende de van belanghebbende geheven leges.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (hierna: het dagelijks bestuur) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het dagelijks bestuur heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2017.