Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar op 12 juni 2011 een rechercherapport heeft overhandigd van bureau [A] , waarbij hij opmerkte dat het recherchebureau dat hij had ingeschakeld met de conclusie was gekomen dat [verdachte] onschuldig was en dat het allemaal de schuld van de schuldeisers was waaronder de SNS bank en kredietverstrekker Santander. Verdachte overhandigde haar een rapport met op het voorblad de tekst [A] . Op 27 juli 2011 is aangeefster met het rapport naar [A] in Nieuwegein gegaan en heeft zij met de directeur, [betrokkene 2] , gesproken, die haar vertelde dat zij geen onderzoek hebben gedaan in opdracht van [verdachte] en dat het zogenaamde onderzoeksrapport valselijk was opgemaakt.
[betrokkene 2] , algemeen directeur bij [A] B.V., heeft aangifte gedaan van valsheid in geschrift. Aangever heeft van [betrokkene 1] een rapport overhandigd gekregen, ingebonden in een plastic mapje met op de voorste pagina het logo van het bedrijf van aangever. Hij zag meteen dat het rapport niet door hen was opgemaakt. Hij zag dat het logo van groot formaat was en dat er niet onder stond 'quality solutions'. Bovendien ontbrak de bedrijfsnaam onderaan de pagina en was het rapport ingebonden. Iets wat zij zelf nooit doen. Bovendien was geen enkele pagina geparafeerd en ook kwam de naam van aangever er niet in voor.
Het door verdachte aan aangeefster overhandigde rapport is gericht aan [verdachte] met als onderwerp 'Samenvatting van reeds uitgevoerd onderzoek'. Op de voorpagina van het rapport staat de naam [A] als logo en daarnaast staat vermeld: Hoofdvestiging [A] .
Als datum staat vermeld: 8 juni 2011.
Het rapport begint als volgt: 'Geachte [verdachte] , Hierbij treft u samenvatting van het door ons reeds uitgevoerde onderzoek, op dit moment zal binnen een aantal dagen nog een toevoeging volgen, welke betrekking heeft op het uitgevoerde onderzoek naar u ex-partner.' In het rapport wordt ingegaan op de handelwijze van de SNS bank in verband met de navraag die gedaan zou zijn naar onterechte overboekingen. Opgemerkt wordt dat bij de SNS bank sprake was van een lakse houding, dat er alles aan werd gedaan om de schuld op de verdachte af te schuiven en dat bij het verzenden van codes en readers het nodige is fout gegaan en dat het gekoppeld zijn van [verdachte] zijn bankrekening nooit prioriteit heeft gehad. Het advies is om de bank te laten vervolgen voor grote nalatigheid zowel naar verdachte toe als [betrokkene 1] (het hof begrijpt: [betrokkene 1] ). Ook wordt nog ingegaan op de werkzaamheden van de advocaat van verdachte. De in rekening gebrachte kosten zouden niet overeenkomen met de hoeveelheid tijd die de advocaat heeft besteed aan de kwestie. Tevens staat in het rapport vermeld dat onderzoek is gedaan naar de lening bij Santander, die verdachte zakelijk wilde aanwenden om diverse zakelijke rekeningen te doen betalen, en dat de lening zou zijn aangevraagd op naam van [verdachte] . Daarnaast vermeldt het rapport ook dat verdachte een aangetekend stuk verzonden zou hebben aan [betrokkene 1] met als inhoud een bedrag van € 45.000 euro, maar dat met hoge waarschijnlijkheid vast is te stellen dat de bewuste envelop moedwillig is achter gehouden en dat de inhoud is verwijderd.
Het hof leidt uit het voorgaande af dat het om een door verdachte gemaakt rapport gaat dat door hem vervolgens is gebruikt om te bemantelen dat hij degene was die verantwoordelijk is voor de onrechtmatige onttrekkingen.
(...)
Ook is het hof - anders dan de raadsvrouw - van oordeel dat het document een bewijsbestemming had. Het document, dat zogenaamd afkomstig was van een (onafhankelijk) onderzoeksbureau - moest (onder meer) aantonen en (daardoor) aangeefster er van overtuigen dat er fouten waren gemaakt door de SNS Bank, door Santander, door de advocaat van verdachte en dat verdachte op 6 mei 2011 aan aangeefster een aangetekende brief heeft verzonden met daarin € 45.000 (maar welke brief niet bij aangeefster is aangekomen)."