Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
"De voorzitter deelt mede dat uit het dossier (...) blijkt dat de raadsman (...) op 25 november 2014, (...) het hoger beroep partieel, dat wil zeggen: voor zover het betreft de gegeven vrijspraken, heeft ingetrokken.
De raadsman verklaart dat het hoger beroep zich uitsluitend richt op de beslissingen terzake van de feiten 3, 4 en 5 en dat het hoger beroep ook is ingetrokken ten aanzien van de beslissingen met betrekking tot de in beslag genomen goederen.
De verdachte, die hoger beroep heeft ingesteld, wordt onmiddellijk daarna in de gelegenheid gesteld mondeling zijn bezwaren tegen het vonnis op te geven.
(...)
De voorzitter houdt de raadsman het volgende voor.
U heeft gezegd dat u de beslissingen van de rechtbank ten aanzien van het beslag van het hoger beroep wenst uit te sluiten, maar het is de vraag is of dat verzoek gehonoreerd kan worden. Niet iedere beslissing van de eerste rechter kan van het hoger beroep worden uitgesloten, zoals bijvoorbeeld de beslissing op een vordering tenuitvoerlegging.
De raadsman verklaart daarop als volgt.
Het gaat om een beslissing van de rechtbank waarvan de advocaat-generaal niet in hoger beroep is gegaan. De verdachte heeft de regie over hetgeen hij aan het hof wenst voor te leggen.
Ik begrijp dat een beslissing op een vordering tenuitvoerlegging niet buiten het appel kan worden gehouden, maar een dergelijke zaak heeft een apart parketnummer. Volgens mij is het mogelijk om het hoger beroep op deze manier te beperken. De rechtbank heeft een oordeel gevormd over wie de rechthebbende van de in beslag genomen auto is. Als de verdachte niet tegen die beslissing in hoger beroep gaat, valt die beslissing buiten de omvang van het appel. Hij kan ook bepaalde feiten buiten het hoger beroep houden. Het hof moet daarvoor uiteindelijk een straf bepalen.
De voorzitter maakt melding van het feit dat de rechtbank heeft geoordeeld dat met behulp van de in beslag genomen personenauto feit 3 is begaan.
De advocaat-generaal deelt het volgende mede.
De verdediging kan voor een deel de omvang van het hoger beroep bepalen, maar haar wens is niet absoluut. Uw hof heeft de regie. Ik denk dat je de onderhavige beslissingen ten aanzien van het beslag niet van het hoger beroep kunt afschermen. Ik ben het niet eens met de raadsman.
Op vragen van de jongste raadsheer verklaart de raadsman als volgt.
Het klopt dat ik niet alle beslissingen ten aanzien van het beslag heb willen uitsluiten van het hoger beroep. Ik heb nog een e-mailbericht aan het hof gestuurd, waarin ik heb gemeld dat ik ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde uitsluitend een strafmaatverweer zal voeren. Ik heb tegen de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van de voorwerpen die in verband staan met feit 3, geen hoger beroep ingesteld.
De jongste raadsheer deelt de raadsman mede dat het niet mogelijk is om wel hoger beroep in te stellen tegen de bewezenverklaring van feit 3 en vervolgens de beslissingen genomen ten aanzien van in beslag genomen voorwerpen die met dat feit verband houden, van het hoger beroep uit te sluiten.
De raadsman verklaart dat hij dus volgens de jongste raadsheer wel alsnog het hoger beroep tegen feit 3 kan intrekken, zodat voormelde beslissingen ten aanzien van het beslag buiten het hoger beroep vallen.
De voorzitter deelt mede dat de zaak nu aan de orde is en dat het hof zojuist de grieven van de verdediging heeft gehoord, ook ten aanzien van feit 3, en dat het in dit stadium niet meer mogelijk is om het hoger beroep partieel in te trekken.
De raadsman verklaart daarop als volgt.
Dan moet ik zien hoe het afloopt. Ik wacht hoe het afloopt. Het is ook overigens ook een achterhaalde discussie, omdat de in beslag genomen auto al is verkocht.
De voorzitter onderbreekt het onderzoek voor beraad omtrent de omvang van het hoger beroep.
Na hervatting van het onderzoek deelt de voorzitter als volgt mede.
Het bepaalde bij artikel 407 van het Wetboek van Strafvordering, inhoudende dat het hoger beroep slechts tegen het vonnis in zijn geheel kan worden ingesteld (lid 1) en slechts kan worden beperkt, indien in eerste aanleg strafbare feiten gevoegd aan het oordeel van de rechtbank zijn onderworpen, tot het vonnis voor zover dit een of meer gevoegde zaken betreft (lid 2), staat echter een dergelijke beperking van het hoger beroep in de weg. Immers, voormelde beslagbeslissingen staan in rechtstreeks verband met de feiten die aan het oordeel van het hof zijn onderworpen, zodat deze niet afzonderlijk van het hoger beroep kunnen worden uitgesloten. Dit zou anders zijn indien de raadsman zich op het standpunt stelt dat de verdediging niet langer grieven heeft tegen feit 3. Dat laatste heeft het hof de raadsman echter niet horen zeggen.
De raadsman verklaart daarop als volgt.
Ik heb dat laatste inderdaad niet gezegd. We zien wel. Ik denk dat er één straf ten aanzien van alle drie de feiten moet worden opgelegd."