ECLI:NL:HR:2017:2777

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 oktober 2017
Publicatiedatum
26 oktober 2017
Zaaknummer
17/04547
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 oktober 2017 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] Ltd tegen de Centrale Raad van Beroep. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van 1 september 2017, waarin verzoeken tot het treffen van voorlopige voorzieningen door belanghebbende, [Z], waren behandeld. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Hoge Raad enkel kennis neemt van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. In dit geval was er geen wettelijke bepaling die het beroep in cassatie openstelde tegen de uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep. Hierdoor heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. Tevens heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

27 oktober 2017
Nr. 17/04547
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X] Ltdte
[Z], Griekenland (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 1 september 2017, nrs. 17/4742-VV tot en met 17/4748-VV, 17/4750-VV tot en met 17/4753-VV, 17/4755-VV, 17/4757-VV tot en met 17/4790‑VV, 17/4792-VV tot en met 17/4802-VV, 17/4804-VV en 17/4805-VV, betreffende verzoeken van belanghebbende tot het treffen van voorlopige voorzieningen.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Ingevolge artikel 78, lid 4, van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep als de onderhavige. Het beroep in cassatie dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2017.