ECLI:NL:HR:2017:2580

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 oktober 2017
Publicatiedatum
10 oktober 2017
Zaaknummer
16/01141
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot opname van dupliek en laatste woord in proces-verbaal in strafzaken

Op 10 oktober 2017 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 16/01141. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat H.M.W. Daamen. De zaak betreft de vraag of in het proces-verbaal de zakelijke inhoud van de dupliek van de raadsman en het laatste woord van de verdachte moet worden opgenomen. De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van cassatie niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 februari 2016 in stand blijft. Deze uitspraak heeft implicaties voor de verantwoordelijkheden van de raadsman bij het verzoek om aantekening van aangevoerde standpunten in het proces-verbaal, vooral wanneer nieuwe verweren of standpunten naar voren worden gebracht tijdens de dupliek of het laatste woord.

Uitspraak

10 oktober 2017
Strafkamer
nr. S 16/01141
MD/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 11 februari 2016, nummer 21/003613-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft H.M.W. Daamen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
10 oktober 2017.