ECLI:NL:HR:2017:2521

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 september 2017
Publicatiedatum
29 september 2017
Zaaknummer
16/04280
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadestaatprocedure en vereenzelviging van schade van dochtervennootschappen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 september 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Cross Options Beheer B.V. en ING B.V. Cross Options, de eiseres tot cassatie, vorderde schadevergoeding voor gederfde winst van haar dochtervennootschappen, die zij als eigen schade van de moedervennootschap naar voren bracht. De zaak betreft een schadestaatprocedure waarin de vraag centraal staat of de schade van dochtervennootschappen kan worden vereenzelvigd met de schade van de moedervennootschap. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waaruit blijkt dat Cross Options in feitelijke instanties al eerder heeft geprobeerd haar vordering te onderbouwen.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Cross Options verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van ING zijn begroot op een totaal van € 8.790,34. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot, en is een belangrijke uitspraak in het civiele recht met betrekking tot de stelplicht en vereenzelviging in schadeprocedures.

Uitspraak

29 september 2017
Eerste Kamer
16/04280
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
CROSS OPTIONS BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.J. van Galen,
t e g e n
ING B
ankN.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. W.H. van Hemel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Cross Options en ING.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/13/519894/HA ZA 12-742 van de rechtbank Amsterdam van 28 november 2012 en 28 mei 2014;
b. het arrest in de zaak 200.156.239/01 van het gerechtshof Amsterdam van 3 mei 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Cross Options beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
ING heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Cross Options mede door mr. P.E. Ernste en voor ING mede door mr. G.A.J. Boekraad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Cross Options heeft bij brief van 14 juli 2017 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Cross Options in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ING begroot op € 6.590,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.A. Streefkerk als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
29 september 2017.