ECLI:NL:HR:2017:2115

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 juni 2017
Publicatiedatum
23 augustus 2017
Zaaknummer
15/05056
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 7 oktober 2015, met nummer 23/001257-15. De verdachte, geboren in 1992, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat L.E.G. van der Hut, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft op 6 juni 2017 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting, waarbij de waarnemend griffier J.D.M. Hart aanwezig was. De zaak betreft een strafrechtelijke procedure, en de uitspraak heeft implicaties voor de rechtspraktijk, vooral met betrekking tot de beoordeling van cassatiemiddelen.

Uitspraak

6 juni 2017
Strafkamer
nr. S 15/05056
DFL
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 7 oktober 2015, nummer 23/001257-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft L.E.G. van der Hut, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 juni 2017.