ECLI:NL:HR:2017:1618

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 augustus 2017
Publicatiedatum
10 augustus 2017
Zaaknummer
17/01412
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake besluiten Wet werk en bijstand

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gewezen op 7 februari 2017. De Centrale Raad had eerder uitspraak gedaan in hoger beroep over besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, die betrekking hadden op de Wet werk en bijstand. De belanghebbenden, die in deze procedure als appellanten optreden, hebben hun beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Centrale Raad, waarin zij niet ontvankelijk werden verklaard.

De Hoge Raad heeft het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het voorgestelde middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de uitspraak van de Centrale Raad bevestigt.

Daarnaast heeft de Hoge Raad in deze uitspraak geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 11 augustus 2017, waarbij de raadsheer J. Wortel als voorzitter fungeerde, bijgestaan door de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, en in aanwezigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

11 augustus 2017
nr. 17/01412
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X1] en [X2]te
[Z](hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 7 februari 2017, nrs. 16/402 WWB, 16/421 WWB, 16/647 WWB en 16/500 WWB, op het hoger beroep van belanghebbenden tegen de uitspraken van de Rechtbank Rotterdam (nrs. ROT 14/8526, ROT 15/2214 en ROT 15/2216) betreffende besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam ingevolge de Wet werk en bijstand.

1.Geding in cassatie

Belanghebbenden hebben tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2017.