ECLI:NL:HR:2017:1156

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 juni 2017
Publicatiedatum
22 juni 2017
Zaaknummer
16/02996
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrecht en samenloop van gebouwenverzekering en CAR-verzekering na schadevergoeding

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 juni 2017 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil tussen verschillende verzekeringsmaatschappijen. De eisers, Chubb c.s., hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 23 februari 2016 was gewezen. De kern van het geschil betreft de vraag of schade die is vergoed onder een gebouwenverzekering ook gedekt is door een CAR-verzekering, en of er een onderhoudstermijn is overeengekomen. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Chubb c.s. verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.790,34. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer G. de Groot.

Uitspraak

23 juni 2017
Eerste Kamer
16/02996
RM/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. de vennootschap naar buitenlands recht CHUBB INSURANCE COMPANY OF EUROPE S.E.,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
2. de vennootschap naar buitenlands recht ALLIANZ BENELUX N.V. (voorheen Allianz Nederland Schadeverzekering N.V.),
gevestigd te Brussel, België,
3. HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
4. de vennootschap naar buitenlands recht AIG EUROPE LIMITED (voorheen AIG Europe Netherlands N.V),
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
5. de vennootschap naar buitenlands recht ACE EUROPEAN GROUP LIMITED,
gevestigd te London, Verenigd Koninkrijk,
6. NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te ’s-Gravenhage,
7. DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
8. ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. K. Teuben,
t e g e n
1. AMLIN EUROPE N.V. (voorheen Amlin Corporate Insurance N.V.),
gevestigd te Amstelveen,
2. DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERINGEN N.V. (als rechtsopvolgster van Praevenio Technische Verzekeringen B.V.),
gevestigd te Amsterdam,
3. HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V. (voorheen Nassau Verzekering Maatschappij N.V.),
gevestigd te Rotterdam,
4. de vennootschap naar buitenlands recht ACE EUROPEAN GROUP LIMITED (voorheen Ace Insurance N.V.),
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
5. de vennootschap naar buitenlands recht ALLIANZ BENELUX N.V. (voorheen Allianz Nederland Schadeverzekering N.V.),
gevestigd te Brussel, België,
6. HDI-GERLING VERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
7. ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
8. SOMPO JAPAN CANOPIUS B.V. (voorheen genaamd Sompo Japan Nipponkoa Nederland B.V., respectievelijk KSA Verzekeringen B.V., respectievelijk Nateus Nederland B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERDERS in cassatie,
advocaten: mr. D. Rijpma en mr. C.J.A. Seinen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Chubb c.s. en Amlin c.s.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/13/445308 / HA ZA 09-3916 van de rechtbank Amsterdam van 9 juni 2010, 11 januari 2012, 12 september 2012 en 27 augustus 2014;
b. het arrest in de zaak 200.161.268/01 van het gerechtshof Amsterdam van 23 februari 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben Chubb c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Amlin c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor Chubb c.s. mede door mr. K.J.O. Jansen. De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Chubb c.s. heeft bij brief van 19 mei 2017 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Chubb c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Amlin c.s. begroot op € 6.590,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
23 juni 2017.