Uitspraak
zetelende te Den Haag,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
De Hoge Raad kan zelf de zaak afdoen. Naar het hof (in rov. 9), in cassatie – terecht – niet bestreden, heeft overwogen, geldt, in het zich hier dus voordoende geval dat door de wetswijziging van 1989 de termijn van de executieverjaring is verlengd tot 20 jaar, dat deze termijn voordat zij op 8 november 2009 zou zijn verstreken, door inwerkingtreding van de eerdergenoemde wet van 15 november 2005 op 1 januari 2006 is verlengd tot 26 jaar en 243 dagen en dat het recht tot tenuitvoerlegging ten tijde van de aanhouding van [verweerder] op 16 november 2012 dus niet door verjaring was vervallen.
4.Beslissing
23 juni 2017.