Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
20 juni 2017.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte, een brandweerman, is veroordeeld voor negen brandstichtingen die hij heeft gepleegd in de periode van 16 augustus 2008 tot en met 5 april 2012 in Het Gooi. De branden hebben geleid tot ernstige schade aan delen van de natuur, een bestelbus en een groot aantal woningen. De verdachte heeft in cassatie klachten ingediend over de verwerping van zijn verzoek om een voorwaardelijk deskundigenonderzoek en over de bewijsvoering. De Hoge Raad heeft op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie is verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat de ingediende middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, en is openbaar uitgesproken.