ECLI:NL:HR:2017:1116

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 juni 2017
Publicatiedatum
20 juni 2017
Zaaknummer
16/01450
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen veroordeling brandweerman voor brandstichtingen

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte, een brandweerman, is veroordeeld voor negen brandstichtingen die hij heeft gepleegd in de periode van 16 augustus 2008 tot en met 5 april 2012 in Het Gooi. De branden hebben geleid tot ernstige schade aan delen van de natuur, een bestelbus en een groot aantal woningen. De verdachte heeft in cassatie klachten ingediend over de verwerping van zijn verzoek om een voorwaardelijk deskundigenonderzoek en over de bewijsvoering. De Hoge Raad heeft op 20 juni 2017 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep in cassatie is verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat de ingediende middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

20 juni 2017
Strafkamer
nr. S 16/01450
EC/DFL
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 2 maart 2016, nummer 23/003457-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M.L. Plas, advocaat te Bunnik, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 juni 2017.