ECLI:NL:HR:2016:2883

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 december 2016
Publicatiedatum
16 december 2016
Zaaknummer
15/04245
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van exploitatieovereenkomst tussen gemeente en projectontwikkelaar wegens tekortkoming

In deze zaak heeft de Gemeente Almelo cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een exploitatieovereenkomst tussen de Gemeente en een projectontwikkelaar, waarbij de Gemeente de overeenkomst heeft ontbonden wegens een tekortkoming. De vraag die centraal staat is of de tekortkoming van de Gemeente de ontbinding rechtvaardigt en of er sprake is van misbruik van bevoegdheid. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Almelo en de rechtbank Overijssel, alsook naar een arrest van het gerechtshof. De Gemeente heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat de Gemeente in het ongelijk heeft gesteld. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de Gemeente niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op een totaal van € 8.724,34.

Uitspraak

16 december 2016
Eerste Kamer
15/04245
EV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de GEMEENTE ALMELO,
zetelende te Almelo,
EISERES tot cassatie,
advocaten: mr. P. Kuipers en mr. J. de Jong van Lier,
t e g e n
[verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M. Littooij.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Gemeente en [verweerster].

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/08/116453 HA ZA 10-1199 van de rechtbank Almelo van 16 maart 2011 en van de rechtbank Overijssel van 21 augustus 2013;
b. het arrest in de zaak 200.138.992 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 mei 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft de Gemeente beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping.
De advocaat van de Gemeente, mr. P. Kuipers, heeft bij brief van 28 oktober 2016 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 6.524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
16 december 2016.