In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, die op 16 april 2015 was gewezen. De uitspraak van het hof betrof het hoger beroep van [X] B.V. tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank te Haarlem, waarin beschikkingen waren gegeven op verzoeken om terugbetaling van douanerechten. De Hoge Raad heeft op 16 december 2016 het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft in cassatie zes middelen voorgesteld, waarop de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze falen, met verwijzing naar een eerder arrest in de zaak met nummer 15/02486. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken en is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.