Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
.De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem met betrekking tot douanerechten op bevroren en gezouten kippenvlees. De inspecteur van de Belastingdienst/Douane had eerder uitnodigingen tot betaling (UTB) uitgegeven voor een totaalbedrag van € 73.365,74 aan douanerechten, welke door de belanghebbende werden betwist. De rechtbank had de verzoeken om terugbetaling van douanerechten afgewezen, omdat het kippenvlees met een zoutgehalte van minder dan 1,2% onder GN-code 0207 1410 moest worden ingedeeld, en niet als gezouten vlees onder post 0210. De rechtbank had prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie, dat op 10 november 2011 oordeelde dat het vereiste van een zoutgehalte van 1,2% geen ongeoorloofde beperking vormde. Het Hof van Justitie bevestigde dat de aanvullende aantekening 7 op hoofdstuk 2 van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) dwingend is voor de indeling van goederen. De rechtbank verklaarde de beroepen van de belanghebbende ongegrond, en het Hof bevestigde deze uitspraak. De kostenveroordeling werd niet toegewezen, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 april 2015. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.