Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsvrouwe van de verdachte aldaar het woord gevoerd overeenkomstig de aan het proces-verbaal gehechte pleitnota. Deze pleitnota houdt onder meer in:
"Psychische overmacht hetgeen dient te leiden tot ontslag van alle rechtsvervolging
Cliënt heeft van meet af aan verklaard onder druk van [betrokkene 1] ingestemd te hebben met de plaatsing van de hennepkwekerij in de kruipruimte in zijn winkel. Dit vanwege een geldbedrag wat cliënt aan [betrokkene 1] moest betalen vanwege 4 kilo drugs wat in 2003 door de politie in beslag is genomen.
Inmiddels heeft de verdediging de aangiften van cliënt, gedaan in 2003 en 2009, aan het dossier laten voegen.
Uit de aangifte van 2003 blijkt al dat er sprake is van 4 blokken/kilo harddrugs en van wie die harddrugs zijn. Toen werd cliënt al bedreigd en gechanteerd door de eigenaren van de drugs, nl. [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] .
Zoals gezegd is de harddrugs door de politie in beslag genomen echter de eigenaren geloofden dit niet. Uiteindelijk moest cliënt hiervoor opdraaien. Onder dwang is cliënt met [betrokkene 1] meegegaan naar het consulaat en is er een schijnovereenkomst opgesteld waarin staat dat [betrokkene 1] 70.000 Euro heeft overhandigd aan cliënt t.b.v. de aankoop van een stuk grond.
Verder staat er in de overeenkomst dat indien [betrokkene 1] de grond niet wil, cliënt het geld aan [betrokkene 1] moet terugbetalen. [betrokkene 1] heeft op deze wijze zijn schade proberen te verhalen.
Immers in 2004 heeft [betrokkene 1] een beroep gedaan op deze overeenkomst en vervolgens aangifte gedaan in Marokko tegen cliënt. Cliënt heeft hierdoor een aantal maanden vastgezeten. De detentie is opgeheven nadat de schuld is ingelost. De vader van cliënt heeft daartoe een stuk grond in eigendom overgedragen aan de vader van [betrokkene 1] .
Cliënt heeft eveneens aangifte gedaan tegen [betrokkene 1] in Marokko. Hij heeft daar wederom verklaard over de drugs van [betrokkene 1] welke in beslag is genomen en dat hij daarvoor verantwoordelijk werd gehouden. Ook heeft hij verklaard over de schijnovereenkomst welke is opgesteld bij het consulaat enkel zodat [betrokkene 1] de schuld op cliënt kon verhalen.
De verdediging heeft de getuige [betrokkene 1] inmiddels doen horen bij de raadsheer-commissaris. Het standpunt van cliënt is voorgehouden aan getuige [betrokkene 1] . Zoals verwacht heeft [betrokkene 1] alles ontkend. Opvallend aan de verklaring van [betrokkene 1] is dat hij stelt niets van cliënt te hebben gekocht en ook niets aan hem te hebben verkocht, terwijl de verdediging een overeenkomst heeft waaruit overduidelijk blijkt dat [betrokkene 1] wel degelijk iets heeft gekocht van cliënt, nl. een stuk grond voor € 70.000,- (Bijlage 1)."