ECLI:NL:HR:2016:1399

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 juli 2016
Publicatiedatum
5 juli 2016
Zaaknummer
15/05576
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Doodslag op 88-jarige vrouw in verzorgingshuis te Meppel door een destijds 18-jarige verdachte

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 12 november 2015 werd gewezen. De verdachte, een destijds 18-jarige man, is beschuldigd van doodslag op een 88-jarige vrouw in een verzorgingshuis te Meppel. De advocaat van de verdachte, R.J. Baumgardt, heeft een schriftuur ingediend ter ondersteuning van het cassatieberoep. De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard moet worden op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en is van oordeel dat de klachten die door de verdachte zijn aangevoerd geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit is omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, of omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.

Daarom heeft de Hoge Raad, gehoord de Procureur-Generaal, besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit arrest is gewezen op 5 juli 2016 door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

5 juli 2016
Strafkamer
nr. S 15/05576
AJ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 12 november 2015, nummer 21/005773-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk zal worden verklaard.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
5 juli2016.