ECLI:NL:HR:2015:474

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 maart 2015
Publicatiedatum
25 februari 2015
Zaaknummer
13/05734
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Den Haag inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag, gedateerd 1 november 2013, met nummer 22/002238-13. De verdachte, geboren in 1987, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. C.C. Polat, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, G. Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De raadsman heeft hierop schriftelijk gereageerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

De Hoge Raad heeft op 3 maart 2015 het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting, waarbij de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg aanwezig was. De zaak betreft een belangrijk precedent in het strafrecht, waarbij de Hoge Raad bevestigt dat niet alle cassatiemiddelen leiden tot een heroverweging van de zaak, vooral wanneer deze niet bijdragen aan de ontwikkeling van het recht.

Uitspraak

3 maart 2015
Strafkamer
nr. 13/05734
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 1 november 2013, nummer 22/002238-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. C.C. Polat, advocaat te Breukelen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
3 maart 2015.