ECLI:NL:HR:2015:401

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 februari 2015
Publicatiedatum
20 februari 2015
Zaaknummer
14/04761
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over faillissementsrecht en vorderingsrecht in rekening-courantverhouding

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Gevi International B.V. en Gevi Gorssel B.V. De zaak betreft een geschil over faillissementsrecht en vorderingsrecht in een rekening-courantverhouding. Gevi International, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.B.A. Alkema, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 16 september 2014 is gewezen. Dit arrest volgde op een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 juni 2014. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken in zijn beoordeling.

De kern van het geschil draait om de vraag of er summierlijk blijkt van vorderingsrecht en of de uitkering en boeking in de rekening-courantverhouding correct zijn uitgevoerd. Gevi Gorssel, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, heeft verzocht het cassatieberoep te verwerpen. De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 RO, dat bepaalt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Gevi International dan ook verworpen, waarmee het arrest van het gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

20 februari 2015
Eerste Kamer
nr. 14/04761
EV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
GEVI INTERNATIONAL B.V.,
gevestigd te Gorssel, gemeente Lochem,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. M.B.A. Alkema,
t e g e n
GEVI GORSSEL B.V.,
gevestigd te Gorssel, gemeente Lochem,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Gevi International en Gevi Gorssel.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/13/14/337 F van de rechtbank Amsterdam van 2 juni 2014;
b. het arrest in de zaak 200.150.380/01 van het gerechtshof Amsterdam van 16 september 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Gevi International beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Gevi Gorssel heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
20 februari 2015.