De erfgenamen van [A] , gewoond hebbende te [Z] , (hierna: de erven), alsmede de Staatssecretaris van Financiën hebben schriftelijk gereageerd.
Appellanten hebben de zaak mondeling doen toelichten door [CC] , advocaat te Den Haag.
De erven hebben de zaak mondeling doen toelichten door [B] , advocaat te Nijmegen.
De Staatssecretaris heeft de zaak mondeling doen toelichten door [L] , advocaat te Den Haag.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 29 april 2015 geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep in cassatie.
Appellanten hebben schriftelijk op de conclusie gereageerd.
Appellanten hebben tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De erven hebben een verweerschrift ingediend.
De Staatssecretaris heeft een zienswijze ingediend.
Appellanten hebben een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 21 augustus 2015 geconcludeerd tot niet‑ontvankelijkverklaring van het beroep in cassatie.
Appellanten, de Staatssecretaris en de erven hebben schriftelijk op de conclusie gereageerd.