In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van [X] B.V., [B] B.V. en [A] B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 januari 2014. De belanghebbenden hebben een aanvraag ingediend om aansluiting bij een andere sector onder de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv). Het Gerechtshof heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de bedrijfsuitoefening van [B] B.V. als uitzendbureau niet op het terrein van de gezondheidszorg ligt, ondanks het feit dat zij personeel naar de gezondheidszorg uitzenden. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Inspecteur niet verplicht is om een verzoek om indeling in een andere sector in te willigen. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof bekrachtigd en het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De beslissing is gebaseerd op de interpretatie van de relevante artikelen van de Wfsv en de Regeling Wfsv, waarbij de aard van de arbeidsovereenkomsten bepalend is voor de sectorindeling, niet de aard van de werkzaamheden.