Uitspraak
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende), alsmede het beroep in cassatie van
de Staatssecretaris van Financiëntegen de uitspraak van het
Gerechtshof Arnhem‑Leeuwardenvan 18 februari 2014, nrs. 13/00373, 13/00375 tot en met 13/00378, 13/00386 tot en met 13/00388, 13/00390 tot en met 13/00394, 13/00402 tot en met 13/00404, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Oost-Nederland (nrs. AWB 12/1116, AWB 12/1118 tot en met AWB 12/1121, AWB 12/1130 tot en met AWB 12/1132, AWB 12/2473 tot en met AWB 12/2477, AWB 12/2486 tot en met AWB 12/2488) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1997 tot en met 2001 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de jaren 1998 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.