ECLI:NL:HR:2015:3030

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 oktober 2015
Publicatiedatum
13 oktober 2015
Zaaknummer
14/05450
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • B.C. de Savornin Lohman
  • J. de Hullu
  • H.A.G. Splinter-van Kan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 6 oktober 2014 is gewezen. Het hof had in deze strafzaak, genummerd 21/001138-14, een uitspraak gedaan die de verdachte niet beviel. De verdachte heeft zich laten bijstaan door mr. J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, die middelen van cassatie heeft voorgesteld. Deze middelen zijn aan het arrest gehecht en maken daar deel van uit. De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat inhoudt dat hij van mening is dat de cassatiegronden niet voldoende zijn om het arrest van het hof te vernietigen.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet verder in behandeling neemt en het beroep verwerpt.

De uitspraak is gedaan op 13 oktober 2015 door de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan. De waarnemend griffier E. Schnetz was aanwezig bij de uitspraak, die openbaar is gedaan.

Uitspraak

13 oktober 2015
Strafkamer
nr. S 14/05450
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 6 oktober 2014, nummer 21/001138-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 oktober 2015.