Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Steenwijk,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
4.Beslissing
18 september 2015.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 september 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen de Stichting Samenwerking Voortgezet Onderwijs in de Regio Steenwijk, Weststellingwerf en Westerveld. De zaak betreft de vraag of er sprake was van een totstandkoming van een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Zwolle en een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De advocaat van [eiser], mr. K. Aantjes, heeft het beroep in cassatie toegelicht, terwijl de Stichting niet is verschenen. De Advocaat-Generaal J. Spier heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de Stichting zijn begroot op nihil.