Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van aangifte (als bijlage op pagina 6-8 en 9-11 van het proces-verbaal genummerd PL05QE 2012040142) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van aangever [betrokkene]:
Ik ben eigenaar van [A] gevestigd aan de [a-straat 1] te Markelo, binnen de gemeente Hof van Twente. Ik ben als dusdanig bevoegd om aangifte te doen van diefstal van een bedrijfsaanhangwagen. Ik heb niemand het recht dan wel toestemming gegeven zich deze aanhangwagen toe te eigenen.
Donderdag 26 januari 2012 is de aanhangwagen nog gebruikt. De aanhangwagen is na gebruik gestald op de [a-straat 1]. In de aanhangwagen lag groenafval, bestaande uit takken met struiken en bladeren. Hierover hadden wij een net gespannen. 28 januari 2012 wilde ik de aanhangwagen pakken en ik zag dat deze weg was. De aanhangwagen was weggenomen. Dit moet gebeurd zijn na 26 januari 2012 16:00 uur en voor 28 januari 2012 07:00 uur. U toont mij foto's die u hebt genomen van de aanhangwagen. Ik herken de aanhanger voor 100% als mijn eigendom. Ik weet dit zo zeker omdat op het linker spatbord een scheurtje zit. Deze is ontstaan de dag voor de diefstal. Ook zit er op de aanhangwagen een hendel aan de voorzijde. Hiermee kun je de bak van de aanhangwagen iets naar achter laten vallen: laten kiepen. Ook herken ik het groenafval op de aanhangwagen en het net dat daarover gespannen is.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal verhoor getuige (als bijlage op pagina 15-16 van het proces-verbaal genummerd PL05QE 2012040142) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van getuige [verbalisant 1]:
Ik ben BOA in dienst van de gemeente Rijssen-Holten. Ik reed op 27 januari 2012 in een auto van de gemeente. Ik zag in de verte voorlichten van een auto die ons tegemoet reed. Ik ben vervolgens een zijweg ingereden. Ik heb gewacht tot de auto voorbij zou rijden. De auto reed over de Langstraat te Holten, komende uit de richting van de Markeloseweg. Het voertuig passeerde. Ik zag dat er een aanhangwagen achter de auto zat. De aanhangwagen voerde geen verlichting en geen kentekenplaat. De bestuurder van het voertuig, een Citroen Berlingo, voldeed aan het stopteken en parkeerde op de weg. Ik vroeg de bestuurder naar zijn identiteit. De bestuurder overhandigde mij zijn rijbewijs. De bestuurder bleek te zijn:
Voornamen: [voornamen verdachte]
Achternaam: [achternaam verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats].
[verdachte] verklaarde dat de aanhanger van hem was, maar dat hij de papieren thuis had laten liggen. Ik hoorde dat [verdachte] geen antwoord wilde geven op de vraag waar hij vandaan kwam. Ik hoorde via het infokanaal van de Regiopolitie Twente dat [verdachte] meerdere antecedenten had op het gebied van inbraken in boerderijen en dergelijke. Ik heb vervolgens de politie gebeld en samen met [verdachte] gewacht op de politie.
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte Stam proces-verbaal (als bijlage op pagina 1-5 van het proces-verbaal genummerd PL05QE 2012040142) voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten [verbalisant 2], [verbalisant 3] en [verbalisant 4]:
Op 27 januari 2012 omstreeks 03:46 uur wordt middels het Regionaal Meldcentrum van de Regiopolitie Twente kennis gegeven dat op de Langstraat te Holten door Bijzondere opsporingsambtenaar [verbalisant 1] een auto en aanhangwagen staande was gehouden. De bestuurder wilde/kon niet verklaren waar de aanhangwagen vandaan kwam. De bestuurder kwam, blijkens afdeling Info van de Regiopolitie Twente, voor terzake diefstal van aanhangwagens en andere vermogensdelicten. Wij zijn vervolgens ter plaatse gegaan. Ik, [verbalisant 2], deelde de bestuurder, [verdachte], mede dat hij werd verdacht van diefstal van een aanhangwagen. Op mijn vraag wat hij op dit tijdstip in het buitengebied van Holten deed zei [verdachte] letterlijk: "Ik hoef niet te zeggen waarom ik hier rondrijd en ik wil daar liever ook niets over zeggen". Ik deelde hem mede dat hij onder verdachte omstandigheden was aangetroffen en dat hij niet de herkomst van de aanhanger kon geven.
Wij, verbalisanten, zagen dat op de aanhangwagen groenafval lag bestaande uit takken met bladeren. Wij vroegen [verdachte] waar het groenafval vandaan kwam.
Hierop wilde hij ook geen antwoord geven. Ik, [verbalisant 2], zei de bestuurder dat de aanhangwagen in het belang van het onderzoek zou worden veiliggesteld. Ik deelde mede dat als [verdachte] middels een aankoopbewijs dan wel eigendomsbewijs of iets dergelijks kon aantonen dat de aanhangwagen aan hem toebehoorde hij deze onmiddellijk terug zou krijgen."