ECLI:NL:HR:2015:1869

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juli 2015
Publicatiedatum
10 juli 2015
Zaaknummer
14/03600
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroepsaansprakelijkheid advocaat en niet tijdig leggen van beslag

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het een beroep in cassatie van de Nederlandse Ski Vereniging (NSV) tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 1 april 2014. De zaak draait om beroepsaansprakelijkheid van een advocaat, waarbij de vraag centraal staat of de advocaat zijn verplichtingen is nagekomen door niet tijdig beslag te leggen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak, waaronder een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 20 juni 2012 en eerdere arresten van het hof van 30 oktober 2012 en 1 april 2014.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in lijn met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en NSV veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.667,34, bestaande uit verschotten en salaris voor de advocaat van de verweerders.

Deze uitspraak benadrukt het belang van tijdige actie door advocaten in civiele procedures en de gevolgen van nalatigheid in het leggen van beslag, wat kan leiden tot schade voor hun cliënten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 juli 2015.

Uitspraak

10 juli 2015
Eerste Kamer
14/03600
LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
NEDERLANDSE SKI VERENIGING,
gevestigd te Den Haag,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.H. Vermeulen,
t e g e n
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerster 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. B.J. van Dorp.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als NSV en [verweerders]

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 383812/ HA ZA 11-1724 van de rechtbank 's-Gravenhage van 20 juni 2012;
b. de arresten in de zaak 200.113.949/01 van het gerechtshof Den Haag van 30 oktober 2012 en 1 april 2014.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 1 april 2014 heeft NSV beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[verweerders] hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
Het standpunt van de Procureur-Generaal strekte tot het niet-ontvankelijk verklaren van het cassatieberoep op de voet van art. 80a RO.
De rolraadsheer heeft beslist dat de zaak niet voor toepassing art. 80a in aanmerking komt en dat zal worden voortgeprocedeerd.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
De advocaat van NSV heeft bij brief van 11 juni 2015 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt NSV in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 6.467,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op
10 juli 2015.