ECLI:NL:HR:2015:1343

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 mei 2015
Publicatiedatum
26 mei 2015
Zaaknummer
11/01347
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzuim van proces-verbaal in raadkamerprocedure leidt tot nietigheid

In deze zaak gaat het om een beklagprocedure waarbij de klaagster in cassatie is gegaan tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De beschikking betreft een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De klaagster, geboren in 1955, heeft haar beroep ingesteld via haar advocaat, mr. R.J. Baumgardt. De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en terugwijzing naar het Gerechtshof voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er een wezenlijk verzuim heeft plaatsgevonden in de raadkamerprocedure. Volgens artikel 25, eerste lid, Sv is het verplicht om van het onderzoek door de raadkamer een proces-verbaal op te maken, waarin de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen en andere relevante gebeurtenissen worden vastgelegd. Dit proces-verbaal ontbrak echter in de stukken die aan de Hoge Raad waren toegezonden.

Het ontbreken van dit proces-verbaal is van zodanig belang dat het leidt tot de nietigheid van zowel het onderzoek als de beschikking die daarop is gebaseerd. De Hoge Raad heeft daarom besloten dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat deze opnieuw op het bestaande klaagschrift kan worden behandeld en afgedaan.

Uitspraak

26 mei 2015
Strafkamer
nr. S 11/01347 B
ABO/EC
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 3 maart 2011, nummer 20/001222-10, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klaagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch teneinde deze op het bestaande klaagschrift opnieuw te behandelen en af te doen.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel behelst de klacht dat het onderzoek door de raadkamer en de naar aanleiding daarvan gegeven beschikking nietig zijn, aangezien geen proces-verbaal van dat onderzoek is opgemaakt.
2.2.
Volgens art. 25, eerste lid, Sv moet van het onderzoek door de raadkamer door de griffier een proces-verbaal worden opgemaakt met daarin de zakelijke inhoud van de afgelegde verklaringen en hetgeen verder bij dat onderzoek is voorgevallen. Deze bepaling bevat tevens voorschriften over de inrichting, vaststelling en ondertekening van dat proces-verbaal en de voeging ervan bij de processtukken.
2.3.
Het in het middel bedoelde proces-verbaal ontbreekt bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken. Naar aanleiding van een door de raadsman op de voet van art. IV lid 3 van het Procesreglement Strafkamer Hoge Raad gedaan verzoek is bij het Hof nadere informatie ingewonnen. Op grond van die informatie moet worden aangenomen dat is verzuimd een proces-verbaal op te maken. Dit verzuim heeft betrekking op een zo wezenlijke vorm van de raadkamerprocedure dat het nietigheid van het onderzoek en van de naar aanleiding daarvan gegeven beschikking meebrengt.

3.Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op het bestaande klaagschrift opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 mei 2015.