Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 november 2013. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 13 april 2012 werd ik door de politie aangehouden in een portiek van de [a-straat] 28 te Amsterdam. Ik heb geprobeerd om los te komen om weg te rennen. Eén van de politieagenten pakte mij vast en wij zijn samen van de trap gevallen. Ik heb gezegd: kankerneger.
2. Een proces-verbaal met nummer PL134H 2012099364-4 van 13 april 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina's 1-3 van proces-verbaal 2012099364).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant/verbalisanten (of één van hen):
Op 13 april 2012 bevonden wij ons, in uniform gekleed en met assistentiedienst belast, te Amsterdam. Wij kregen de melding naar de [a-straat] 28 te gaan, alwaar een bewoonster een persoon had aangetroffen die op de vierde etage in het portiek lag te slapen. Ter plaatse aangekomen zagen wij op de vierde etage een matras met een deken liggen. Onder deze deken zagen wij een man liggen. Wij hebben de man aangesproken en kenbaar gemaakt dat wij van de politie zijn. Ik, [verbalisant 2], heb het legitimatiebewijs van de man gevorderd. Wij hoorden de man verklaren dat hij deze niet bij zich had.
Ik, [verbalisant 2], heb een identiteitsfouillering uitgevoerd op de man en hem gevraagd of hij scherpe voorwerpen bij zich droeg. Wij zagen dat de man de gehele tijd zijn handen weer in zijn zakken wilde doen. Hierop hebben wij gezegd dat de man zijn handen zichtbaar moest houden voor ons. Wij zagen dat de man hier niet aan voldeed. In een jaszak van de man trof ik (het hof begrijpt: [verbalisant 2]) een identiteitskaart aan. Ik, [verbalisant 2], zag dat de foto op de identiteitskaart niet overeenkwam met de persoon die voor mij stond.
Wij hebben de man aangehouden ter zake van het niet tonen van een legitimatiebewijs na vordering. Wij hebben de man bij zijn armen vastgepakt teneinde hem de transportboeien aan te leggen. Wij zagen en voelden dat de verdachte zich hierop met veel kracht lostrok. Wij zagen dat de verdachte zijn beide armen krachtig naar beneden trok en vervolgens wegrende.
Ik, [verbalisant 2], heb de verdachte vastgepakt bij het keerpunt van de trap tussen de derde en de vierde verdieping. Bij het vastpakken van de verdachte zag en voelde ik dat hij zich met veel kracht los probeerde te trekken en hoorde ik dat hij meermalen schreeuwde dat ik hem los moest laten.
Vervolgens zagen wij dat de verdachte met beide armen het dienstoverhemd van [verbalisant 2] vastpakte en vervolgens [verbalisant 2] naar beneden de trap af trok. Hierop pakte ik, [verbalisant 2], de verdachte vast en viel ik samen met hem vanaf het keerpunt naar beneden, waarbij ik samen met de verdachte op de derde verdieping belandde. Onder aan de trap hebben wij met hulp van toegesnelde collega's de verdachte kunnen boeien.
Tijdens het onder controle houden van de verdachte hoorde wij, verbalisanten, de verdachte in onze richting roepen: ik neuk je, ik maak je dood, ik maak je af kankerneger.
Ik, [verbalisant 2], heb mij laten behandelen in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis te Amsterdam.
3. Een proces-verbaal met nummer PL134IT 2012099364-2 van 13 april 2012, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 2] en [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's 16-17 van proces-verbaal 2012099364).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Op 13 april 2012 hielden wij op de locatie [a-straat] 28 te Amsterdam [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993, aan op heterdaad ter zake van artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht. [verbalisant 3] en [verbalisant 4], beiden hoofdagent van politie Amsterdam-Amstelland, brachten de verdachte ter geleiding voor een hulpofficier van justitie over naar Cellencomplex Noord West, Meer en Vaart 284.
4. Een geschrift, zijnde een brief van T.L. Nosewicz, verbonden aan de Vakgroep Heelkunde van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis te Amsterdam, van 13 april 2012, gericht aan M. Pen, huisarts te Purmerend (doorgenummerde pagina's 11-12 van proces-verbaal 2012099364), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Betreft: [verbalisant 2].
Uw bovengenoemde patiënt bezocht heden de afdeling Spoedeisende Hulp van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis.
Diagnose: contusie pols links."